Woningnood

De woningprijzen in de steden stijgen tot grote hoogte. Starters kunnen geen woning meer kopen, ze kunnen het niet betalen. Beleggers kopen woningen in de steden en verhuren de woningen voor veel geld. De politieagent, de onderwijzeres en de verpleegster kunnen geen woning meer huren in de stad waar zij werken omdat de sociale huurwoningen een lange wachtlijst hebben en omdat de vrije vestiging huur te hoog is voor hun inkomen. Als oplossing zegt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), dat er binnen tien jaar één miljoen nieuwe woningen gebouwd moeten worden. Dat lost helaas de acute woningnood natuurlijk niet op. De woningnood zal nog jaren duren.

Wel zijn er maatregelen denkbaar die er voor zorgen dat sneller woonruimte beschikbaar komt. Zoals het invoeren van soepele regels om dubbele bewoning mogelijk te maken en om het permanent wonen in recreatieparken toe staan. Ook het “hokken” van senioren, geef aan alle AOW-ers hetzelfde AOW-bedrag dat levert veel vrije woonruimte op. Zeker nu we meer gaan thuiswerken geeft ook het ombouwen van kantoorruimten naar woningen soelaas. Binnen twee a drie jaar kunnen er door dit soort maatregelen 200.000 woningen extra beschikbaar komen.

Woningen gebouwd eind 19e eeuw in Amsterdam

Toch zijn dit geen voldoende oplossingen om de woningnood op te lossen.

Allereerst dient de extra belasting, de heffingstoeslag, op sociale huurwoningen te verdwijnen om investeren door woningbouwverenigingen in nieuwe woningen mogelijk te maken.

Het investeren door beleggers in de woningen dient onaantrekkelijk te zijn. Schaf daarom de huurliberalisatie af en neem de volgende maatregelen. De vrije huurprijzen voor woningbouw worden vastgesteld op maximaal € 10 per vierkante meter per maand. De huuropbrengsten worden belastbaar gemaakt. In een overgangsperiode van twee jaar kunnen deze nieuwe maatregelen worden ingevoerd. Heeft een huurder een woning met een huur onder de sociale huurgrens en een inkomen boven de huurgrens (€ 40.000) dan wordt met een stevig progressief tarief een belastingtoeslag toegepast. Voor vrije vestiging huurwoningen met huren boven de sociale huurgrens dient de verhuurder vergunning te hebben. De gemeente kan in deze vergunning extra eisen voor verhuur stellen, zoals bijvoorbeeld hoogte huur en bewonerscategorie. De grote gemeenten zullen eveneens maatregelen afkondigen om de woonmarkt flexibel te maken. Het Rijk zal deze maatregelen steunen.

Uiteraard dient door de overheid een Ministerie van Huisvesting, te worden opgericht. Dit Ministerie onderzoekt aan welke woningen we nu en in de toekomst behoefte hebben. Prioriteit zal nu moeten zijn om woningen voor senioren te bouwen. De senioren kunnen dan verhuizen en hun vrijkomende woningen geven ruimte op de woningmarkt. En natuurlijk wel bouwen onder het motto “welke woningen hebben we waar wanneer nodig”. Ook kan zo’n ministerie woongebieden aanwijzen waar woningen gebouwd dienen te worden. Dit kan volgens het oude mechanisme van de VINEX gebieden aangewezen worden voor het bouwen van ecowijken. Hét voorbeeld van een ecowijk is de wijk Lanxmeer in Culemborg.

Pioniersveld Eva Lanxmeer Culemborg Foto: Atelier GroenBlauw architecten

Het is efficiënt als elke gemeente woningverdichting gaat toepassen, want alle voorzieningen zijn dan al aanwezig. Je zou je kunnen voorstellen dat elke gemeente per tien duizend inwoners de komende tien jaar driehonderd woningen bouwt. De eerste woningen kunnen er binnen twee tot vijf jaar staan. Als alle gemeenten samen de helft van dat aandeel bouwen dan hebben we over vijftien jaar 250.000 nieuwe op de toekomstige bewoners afgestemde woningen min of meer verdeeld over alle gemeenten van Nederland.

Bovenkerk-Oost groen en spelen

Speciale aandacht dient er te komen voor de vernieuwing van de woningen in de steden. Vernieuwing van de woningen niet alleen voor het duurzaam maken, maar ook voor het moderniseren. En ook niet alleen voor de woningen, maar ook voor de wijken. Een totale vergroening van elke wijk in de stad. En ook naast de aanleg van parken het terugbrengen van wegbezuinigde buurt voorzieningen als bibliotheken. Een mooi voorbeeld is de prachtige bibliotheek in Tilburg, de LocHal. Het is niet alleen een bibliotheek, maar ook een centrum voor kunst, cultuur en ontmoeting voor velen in de stad Tilburg. De LocHal is voor de stad Tilburg, maar het idee kan gekopieerd worden naar elke wijk in het land aangevuld met sportvoorzieningen.

LocHal Tilburg, bibliotheek en ontmoetingscentrum

Verslonsde woningen in verwaarloosde wijken moeten nieuw elan krijgen. Uiteraard moeten de huren gelijk blijven, geen verhoging voor mooier en beter wonen omdat jarenlange verwaarlozing de bewoners niet aangerekend kan worden.

Inderdaad dit kost nogal veel geld. Voor de grote steden en de verslonsde wijken in de middelgrote steden kost zo’n opknapbeurt € 50 miljard. Dat is gedurende de komende 20 jaar de investering van twee a drie miljard per jaar. Gelukkig hoeft Nederland dit niet alleen te betalen. De EU betaalt een significant deel mee. Hoeveel weten we nog niet, een schatting is ongeveer de helft. Dan valt het eigenlijk best wel mee.

Woon- en winkelcentrum Waddinxveen

Dan moeten er nog ongeveer een miljoen woningen gebouwd worden. De woningen zijn te duur. Dat geldt ook voor de nieuwbouw woningen. Ruim een derde van de prijs is de grondprijs. De grondprijs is opgebouwd uit de aankoopprijs van de grond en de kosten van het bouwrijp maken, zodat er woningen gebouwd kunnen worden. Voor de aankoop van grond mag men niet meer dan de agrarische prijs betalen. Mogelijk moet de Wet Voorkeursrecht Gemeenten hier op aangescherpt worden. Eventueel overgaan tot onteigening om grondspeculatie tegen te gaan. Tot de tachtiger jaren werd het bouwrijp maken betaald door de overheid. De kabinetten Lubbers hebben hierop ruimhartig bezuinigd en de kosten door geschoven naar de koper of de huurder. Deze bezuiniging heeft de koopprijs van woningen omhoog gestuwd. Daarom moet het Rijk het bouwrijp maken weer gaan betalen om de woningmarkt weer enigszins handelbaar te maken. Voor een miljoen woningen kost dit € 50 miljard euro. Over tien jaar de eerste uitgaven en gedurende 20 jaar door het Rijk te financieren.

Bouwrijp en woonrijp maken

Zo wordt een woning van drie ton nu twee ton en kunnen we door het invoeren van premiekoopwoningen de woningen ook betaalbaar maken voor starters op de woningmarkt.